Via een relatie komt Wim bij mij langs voor advies. Hij heeft een product ontwikkeld waar hij een communicatiestrategie voor wil om het te vermarkten. Het blijkt om een app te gaan. Wim vertelt mij enthousiast over hoe bijzonder de techniek is die daarvoor gebruikt wordt. Ik stel hem vragen over hoe potentiële klanten de ‘app’ zullen ervaren, welke toevoegde waarde het voor hen heeft en welke reeds bestaande apps of tools bij deze behoefte passen. Wim en ik hebben overduidelijk geen match: deze vragen had hij niet verwacht. Hij wil gewoon zijn idee in de markt zetten. Want dat is waar hij in gelooft, hij ziet het helemaal voor zich. Ik spreek bewust van een ‘idee’: want een concept is het nog niet, daarvoor zou hij nog wat stappen moeten zetten.
Je ziet het ook vaker in organisaties dat eerste ideeën bij medewerkers overenthousiast worden ontvangen. Snel wordt er dan een proces in gang gezet om het daadwerkelijk te produceren of te ontwikkelen. Immers, veel organisaties willen ondernemend zijn, waarmee ze bedoelen: niet te lang praten, maar ‘doen’! Ik omarm uiteraard deze gedachte. Maar in mijn ogen is ‘doen’ ook het idee concreet doorvertalen naar een rond concept, passend bij de behoefte van de doelgroep en markt. Kortom, ga niet meteen het product of dienst ontwikkelen, maar zet eerst stappen om tot een écht concept te komen. Precies met dat doel kun je brainstormsessies inzetten.
Niet iedereen zal begrijpen dat je extra stappen moet zetten om ideeën om te vormen naar relevante of effectieve producten of diensten. Voor mensen die geen echt goede brainstormsessies hebben meegemaakt, wordt dat wellicht als ‘de zoveelste praat-sessie’ gezien en niet als een belangrijke kwalitatieve bijdrage in het ontwikkelingsproces.
Maak daarom een opzet(je) / tijdspad waarin je verschillende brainstormsessies plant. Bij elke sessie geef je vooraf aan wat het resultaat moet zijn. Bijvoorbeeld: brainstormsessie ‘vaststellen doelgroep’, brainstormsessie ‘naam’, brainstormsessie ‘product’.
Geef daarbij meteen aan dat het proces niet ‘in steen gebeiteld’ is. Na elke sessie geef je aan hoe het proces er verder uit kan zien: blijft het staan zoals gepland of wordt het (door de uitkomst van de sessie) iets aangepast?
Zorg dat de brainstormsessies altijd bestaat uit een inspiratie- en focusgedeelte (zie het artikel dat ik hier eerder over schreef. Neem jezelf voor niet de ‘sessie te verlaten’ voordat je een concrete uitkomst hebt. Het zal niet altijd lukken om aan het einde van de sessie één oplossing te hebben. Wél kun je concreet maken welke richtingen er liggen.
Vaak wordt er gewerkt met een vast team om een concept in de markt te zetten. Door een opzet(je) bestaand uit verschillende brainstormsessies heb je de mogelijkheid zo nu en dan ‘gasten’ uit te nodigen. Dat kunnen experts zijn die ervaring hebben met het soort product of dienst dat je aan het ontwikkelen bent. Maar het kan ook een leidinggevende zijn die je inhoudelijk wat meer betrokken wilt maken. Ook bied je zo de gelegenheid bepaalde medewerkers wat meer te leren over hoe conceptontwikkeling werkt. Denk daarbij aan trainees of junior medewerkers, maar ook voor medewerkers van de afdelingen juridische zaken of inkoop kan het inspirerend zijn.
Communiceer tussentijds over de opbrengsten van de verschillende brainstormsessies. Laat zien welke bouwstenen daarbij zijn ontstaan voor het product of dienst dat ontwikkeld wordt. Dat vergroot het gevoel dat jullie daadwerkelijk aan het ondernemen zijn.
Kortom brainstormsessies vormen een belangrijk onderdeel van conceptontwikkeling. Als je het goed in een tijdspad zet en hier duidelijk over communiceert ben je wel degelijk aan het bouwen. Je bouwt met brainstormsessies een relevant fundament, passend bij je doelgroep en markt.
Dit artikel is eerder verschenen op de website van Intermediair.
Comments